Door puur toeval vond ik in juli 2010 een van de eerste gedichten terug die ik ooit geschreven heb. Het stond in ’t Schakeltje, de schoolkrant van mijn lagere school in Oudewater, nét voor de paasvakantie van 1982. Dat betekent dat ik nog net 8 was toen ik het schreef (want in die paasvakantie werd ik 9). Ik was compleet vergeten dat ik het had geschreven.
De paashaas.
De paashaas komt weer in Nederland,
Met ongeveer twintigduizend eieren in zijn mand.
Misschien heeft hij er nog vééél meer.
Maar ’k zou het niet weten mevrouw en meneer.
“Dag, paashaas”, Dat zegt de meneer.
“U hebt alweer eieren en nóg meer!”
“Ja, meneer”, zegt de haas met een kraakstem.
“Die komen állemaal van de hen!”
Versje van Rutger Kiezebrink (zelf verzonnen)
Klas 3.